Sinds 1 januari van dit jaar is Willem eigenaar van Groei Accountants op het vertrouwde adres aan de Vluchtoord waar hij voorheen met zijn compagnon Dick een ander accountantskantoor had. “Er zijn veel nieuwe zaken ontwikkeld, maar er is gelukkig ook genoeg hetzelfde gebleven”, zegt Willem.
Wat er dan zo anders is? Ze leggen de focus steeds meer op de voorkant van de onderneming in plaats van de achterkant. Natuurlijk verwerkt Groei Accountants de administratie op wekelijkse of maandelijkse basis, wordt de BV-structuur onderhouden en de salarisadministratie verzorgd. Maar Willem ziet dat meer als een noodzakelijk kwaad.
Wanneer de zaken administratief op orde zijn kun je met elkaar het gesprek aan over hoe het anders kan. Hoe je samen beter verder kunt en daar zit het grote verschil. Vier keer per jaar gaan we met elkaar in gesprek over de ontwikkeling van de onderneming. Willem: “De echte winst van een ondernemer zit vaak niet in de cijfers. Het zit in de ruimte die hij of zij heeft om de ambities waar te kunnen maken. En door als adviseur op te reden in plaats van de administrateur help je zo’n ondernemer pas echt.”
Geen verrassingen
Het uiteindelijke doel is dat er tijdens de laatste bespreking van het jaar duidelijkheid is over het bedrijfsresultaat en belastingen. “Natuurlijk volgen daarna nog wel een jaarrekening en de aangifte, maar daar staan geen verrassingen meer in.” Willem is razend enthousiast over deze werkwijze. “Voorheen kwam het weleens voor dat we achter de feiten aanliepen. Of in ieder geval het gevoel hadden dat we de ondernemer beter hadden kunnen helpen; nu zitten we veel korter op de bal. Zo werken we doorlopend aan de groei van de onderneming.“
Geïnteresseerde ondernemers zijn van harte welkom om een afspraak te maken voor een gesprek. Maar, benadrukt Willem, de werkwijze van Groei Accountants moet wél bij je passen. “We zijn actief betrokken is bij je onderneming. Samenwerking is cruciaal. Wij stoppen er onze tijd en energie in, maar jij ook. Het is een een-tweetje tussen ons en jou en ook daar zullen we eerlijk in blijven.”
Dit artikel verscheen als eerst in Bedrijvig Maashorst maart 2024